Vanaf augustus 2019 laat Google alleen 64-bit-apps toe tot de Play Store, apps die dan alleen een 32-bit-versie hebben, worden niet meer toegelaten. Op die manier wil Google Android veiliger maken.
Over het algemeen zijn apps die geschreven zijn met een 64-bit-code sneller dan apps die geschreven zijn in een 32-bit code. Dat betekent dat het met een 64-bit-app mogelijk is om zwaardere rekenopdrachten sneller te verwerken. Bij een relatief ‘lichte’ app zoals WhatsApp zul je het verschil tussen 32- en 64-bit niet zo snel merken, maar bij grotere apps, zoals videobewerkingsapps, wel.
64-bit-apps worden al sinds 2014 ondersteund: toen kwam Android Lollipop namelijk uit. Ondertussen ondersteunt iets meer dan 40% van alle Android-toestellen 64-bit-apps, dus het lijkt erop dat Google door het verplicht stellen van een 64-bit-versie op de markt wil inspelen. Volgens Google leidt dit tot betere prestaties. Door het pas in 2019 te verplichten, geeft Google app-ontwikkelaars appontwikkelaars ruim de tijd om hun apps compatibel te maken.
Het percentage Android-toestellen dat 64-bit-apps ondersteunt, is de afgelopen jaren dus ontzettend gegroeid. Googles verwachting is dan ook dat dit percentage alleen maar meer zal gaan groeien. Door 64-bit-versies te verplichten, hoopt Google dat alle apps straks beschikbaar zijn voor toestellen die alleen maar 64-bit-apps ondersteunen.
Dat betekent natuurlijk niet dat 32-bit-apps helemaal gaan verdwijnen: de regel is dat een app niet alleen maar 32-bits kan zijn, er mogen nog 32-bit apps naast een 64-bit-versie bestaan. Mensen met toestellen die dan geen 64-bit ondersteunen, kunnen dan dus gewoon hun favoriete apps blijven draaien.
Vul hier je e-mailadres in en ontvang de nieuwsbrief met het laatste nieuws en de meest actuele aanbiedingen automatisch in je mailbox.